Uithuisgeplaatste kinderen wordt contact met ouders onrechtmatig ontzegd

Het coronavirus treft iedereen. Niet iedereen wordt ziek, maar iedereen merkt wel het effect van de maatregelen die de overheid neemt. Eerst waren de maatregelen op basis van vrijwilligheid. Inmiddels zijn er Noodverordeningen die een wettelijke basis geven om aanwijzingen en bevelen te kunnen geven en om handhavend te kunnen optreden. Zo is het verboden zich in een groep van drie of meer personen op te houden zonder tussen elkaar een afstand te houden van ten minste 1,5 meter. Ook is het uitoefenen van alle vormen van contactberoepen verboden, voor zover er geen 1,5 meter afstand tot de klant gehouden kan worden (met uitzondering van zorgverleners). En samenkomsten zijn verboden, waarbij samenkomsten in de noodverordeningen zijn gedefinieerd als ‘openbare samenkomsten’ en ‘samenkomsten buiten de publieke ruimte’. Volgens de toelichting gaat het die situaties buiten de publieke ruimte om bijvoorbeeld ‘coronafeestjes’ in een garages en studentenhuizen.

Het is dus niet verboden om in de beslotenheid van het eigen gezin bij elkaar te zijn. Het is ook niet verboden om als gezin fysiek contact met elkaar te hebben. Je hoeft als partner en ouder geen anderhalve meter afstand te houden van elkaar en van je kinderen. Logisch ook: die natuurlijke behoefte aan contact hou je niet tegen. Het ziet er krampachtig uit als je in “All You Need is Love” ziet dat mensen die elkaar liefhebben en elkaar na lange tijd weer ‘in de armen mogen vallen’, op straat anderhalve meter afstand moeten houden en naar elkaar zwaaien. Op een dergelijk contact rust geen verbod! En als die mensen even later binnen zijn, houden ze ongetwijfeld ook geen anderhalve meter afstand.

Gezinsleden mogen dus gewoon contact met elkaar hebben. Ook kinderen die uit huis zijn geplaatst en hun ouders kunnen gewoon contact met elkaar hebben. Zij hebben ook gewoonweg recht op contact met elkaar. Het contact is belangrijk, juist ook in dit soort bevreemdende situaties. Maar dat contact wordt verboden door de gecertificeerde instellingen die de kinderen uit huis hebben geplaatst. De overheid kan alleen contact verbieden als hiervoor een expliciete wettelijke basis is. Dat vereist artikel 8 EVRM. Kan die wettelijke basis worden gevonden in de Noodverordeningen? Ik vind van niet. Je kan het organiseren van een contact tussen ouder en kind bezwaarlijk definiëren als een ‘samenkomst’. Zo is dat in mijn overtuiging ook niet bedoeld. En ik vind het ook niet logisch: waarom mogen ouders en kinderen die van overheidswege van elkaar gescheiden zijn, geen fysiek contact meer met elkaar hebben vanwege ‘corona’, terwijl andere gezinnen wel gewoon contact met elkaar mogen hebben? Als “All You Need is love” twee mensen bij elkaar brengt is dat ook niet verboden. Het is dus ook niet verboden voor een gecertificeerde instelling om contact tussen ouder en kind te bewerkstelligen. Ook zorg- en omgangsregelingen tussen kinderen en gescheiden ouders gaan gewoon door. Dat is ook geen ‘organiseren van een samenkomst’ en is ook niet verboden.

Mijns inziens verbieden de Noodverordeningen het contact tussen ouder en kind dus niet. En dus is er geen wettelijk basis om het contact te verbieden. Maar zo is wel hoe het gebeurt: fysieke contacten tussen ouders en uit huis geplaatste kinderen wordt niet toegestaan. De kinderen die over het algemeen al traumatisch zijn getroffen en hun ouders missen, wordt dat contact ook nog eens ontzegd. Zelfs als er een gerechtelijke uitspraak ligt dat er recht op contact is, wordt die uitspraak niet uitgevoerd. Ook voor hele kleine kinderen die net uit huis zijn geplaatst en grote schade oplopen als het contact met hun moeder zo wordt verbroken, geldt dat geen contact wordt georganiseerd. En enig perspectief op wanneer er wel contact komt, is er niet.

We zien hier een onevenwichtige situatie: de wetgevende macht maakt een noodverordening. De uitvoerende macht interpreteert deze en verbiedt het contact tussen de gezinsleden. “We houden ons aan de richtlijnen van het RIVM”, wordt dan gezegd. Maar die richtlijnen verbieden geen contact tussen ouders en kinderen. Wat mij betreft wordt gehandeld in strijd met artikel 8 EVRM en in strijd met de rechten en belangen van ouder en kind.

En dus is het logisch om een en ander door de rechter te laten toetsen. Maar dat is slechts theorie. De rechtbanken zijn praktisch dicht. Zelfs omgang tussen ouder en kind verbieden wordt helaas niet gezien als een zeer urgente zaak.

Het coronavirus raakt iedereen. Maar deze kwetsbare en beschadigde kinderen en ouders worden nog harder en dieper getroffen dan anderen.

Terug