Een ondertoezichtstelling is een kinderbeschermingsmaatregel welke wordt opgelegd door de rechter. De consequentie ervan is dat de overheid toezicht houdt op een gezin / een minderjarige. Het is een ernstige inbreuk op het recht op een ongestoord gezinsleven ex artikel 8 EVRM. Een dergelijk overheidsingrijpen mag uitsluitend als een uiterste maatregel. “Het gedwongen kader” wordt een ondertoezichtstelling ook wel genoemd, als tegenhanger van ‘het vrijwillig kader’ waarin ouders vrijwillig hulp aanvaarden.
De grens tussen het gedwongen en het vrijwillig kader is in de praktijk helemaal niet zo scherp. Gezinsvoogden die het gedwongen kader uitvoeren zie je ook verschijnen in het vrijwillige kader. En ouders die best (alle) hulp willen aanvaarden, zie je toch terugkeren in het gedwongen kader.
Wat wel duidelijk anders is, is dat het respect voor de (beslissingsbevoegdheid van de) ouders en respect voor het ouderschap verdwijnen. In het kader van de ondertoezichtstelling is het de gezinsvoogd die bepaalt welke hulp nodig is. Jouw mening als ouder telt niet, zo merk ik in de praktijk. Zo wordt de reactie van een ouder op het wettelijk verplichte hulpverleningsplan in het beste geval achterin het plan in een enkele alinea samengevat. De gewenste, gedachte en nodige ‘samenwerking’ tussen ouders en gezinsvoogden is in de praktijk ‘meewerken aan wat de gezinsvoogd wil’.
Dat is raar, niet effectief en zelfs onrechtmatig. Vanuit de wet, de wetenschap en de gedragsregels voor de jeugdzorgwerkers zou de inzet van de jeugdzorgwerker gericht moeten zijn op samenwerken. Er is de Richtlijn “Samen met ouders en jeugdige beslissen over passende hulp” (te downloaden via de link). Hierin staat op bladzijde 30 uitgelegd dat hulp pas effectief wordt als deze wordt gedragen en aansluit: “Voor een duurzaam resultaat is nodig dat alle partijen een gedeelde visie krijgen op de vragen en/of problemen, dat de doelen en wensen van ouders en jeugdigen in het hulpverleningsproces voorop staan en dat de partijen gezamenlijk werken aan het verbeteren dan wel draaglijk maken van de situatie.”. En dat is logisch: als ouder weet je het beste wat er speelt en wat nodig en mogelijk is. En als het noodzakelijk is, kan de overheid bijsturen of meedenken. Maar de boel overnemen en ouders buitenspel zetten, werkt gewoon contraproductief.
De “ik bepaal” werkwijze wordt helaas volledig onderschreven door de rechters. Ik bespeur zelfs een grote allergie op een beeld van de ‘niet samenwerkende ouders’. Als je als ouder niet precies doet wat de gezinsvoogd wil, ben je al snel een niet meewerkende ouder. Het komt regelmatig voor dat dan met een uithuisplaatsing wordt gedreigd. Niet omdat dit dan zo nodig is voor de minderjarige, maar als instrument om je te dwingen te doen wat de gezinsvoogd bedenkt. Als de gezinsvoogd het beeld schetst van een onvoldoende meewerkende ouder, hoef je bij de rechter niet te rekenen op enig begrip. Ik heb regelmatig meegemaakt dat rechters het belang van ‘samenwerken’ (lees: doen wat de gezinsvoogd wil) belangrijker lijken te vinden dan het belang van het kind. Het wordt ook rustig zo opgeschreven in verzoeken en beschikkingen: een ondertoezichtstelling moet worden verlengd OMDAT een ouder onvoldoende zou meewerken. Niet het belang van het kind staat dus centraal of een ernstige ontwikkelingsbedreiging, maar de handelingsvrijheid van de gezinsvoogd.
Recent ging het tijdens een zitting ook hierover. Enige gedachtewisseling met de rechter over de verhouding tussen ouder en een gezinsvoogd en over wat in dit verband nodig en noodzakelijk is, werd door deze rechter direct afgekapt. Daar ging de rechter het niet over hebben. De rechter deed er een schepje bovenop, en hield de ouder de zin voor: “De overheid is sterker dan u”. Hij voegde een verbloemde dreiging met een uithuisplaatsing toe: “Misschien is de minderjarige dan niet op zijn plek bij u”. Niet omdat het slecht ging met de minderjarige, niet omdat hulp geweigerd werd, nee, alleen maar omdat de ouder aangaf dat de minderjarige erg veel druk ervoer van de overheid en niet in gesprek wilde met de gezinsvoogd.
“De overheid is sterker dan u”. Het klopt, de overheid is sterker dan het individu. Maar het is wel een hele rare zin in de context van de toetsing door de rechter van overheidsingrijpen. De partijen voor de rechter zijn namelijk de ouder en de overheid. En de rechter moet in deze een objectief en onpartijdig oordeel geven. Als er geen verzoek ligt tot een uithuisplaatsing en de rechter dit al wel als dreiging opwerpt, gaat deze gewoon zijn boekje te buiten. Sowieso vind ik het onacceptabel om een uithuisplaatsing als instrument in te zetten om een ouder in beweging te brengen. Ook vind ik het onacceptabel dat de rechter zichzelf vereenzelvigt met de gecertificeerde instelling. Deze rechter presenteerde zichzelf en de gezinsvoogd richting ouder als een eenvormige twee-eenheid; ‘de overheid’. De rechter moet toetsen. In die context past niet de opmerking ‘de overheid is sterker dan u’.
Het onderliggende probleem hierbij is mijns inziens dat elke nuancering verloren gaat doordat het alternatief geen aanvaardbare optie is. Een voorbeeld: Het is echt niet direct een ernstige ontwikkelingsbedreiging als een kind een keer getuige is een ruzie tussen ouders (al snel ‘huiselijk geweld’ genoemd), een keer een tik ontvangt of als er af en toe tegen het kind wordt geschreeuwd. Maar als je als rechter accepteert dat een kind (incidenteel) een tik mag ontvangen, er tegen het kind geschreeuwd mag worden of getuige kan zijn van huiselijk geweld, wordt de politiek incorrecte indruk gewekt dat je het belang van het kind niet voorop stelt. En dan gaat elke nuancering verloren. Dan mag niets meer.
En zo ook bij de ‘samenwerking’. Als je als rechter accepteert dat je als ouder best een andere mening mag hebben en dat de gezinsvoogd zich ook moet aanpassen, geef je ruimte aan ouders om in discussie te gaan. Dan wek je de politiek incorrecte indruk dat een ouder sterker kan zijn dan de overheid, nota bene in het gedwongen kader. En dat kan niet, want “de gezinsvoogd is er uitsluitend voor het belang van het kind”. En dan gaat – ok hier – elke nuancering verloren. En mag er niets meer. En is, of lijkt, ‘samenwerking’ zelfs belangrijker dan het belang van het kind!
En zo zijn er meer wolvenvallen waarin ouders vallen. Daar ga ik een andere blog graag nader op in.
Terug naar Home